Vetweyde: vragen over duurzaamheid en omgeving

Vragen

Vraag 1: De circulariteit van het gebouw blijft beperkt tot het wettelijk minimum. Voor een miljoeneninvestering met publieke middelen mag de lat hoger liggen. Waarom wordt er niet gekozen voor een innovatief voorbeeldproject dat circulariteit en duurzaamheid vooropstelt? 


Vraag 2: Aangezien het gebouw in een groene zone aan de rand van de gemeente komt, zou een groendak of groene gevel logisch zijn om visueel en ecologisch aan te sluiten op de omgeving. Dat ontbreekt in de huidige plannen.


Vraag 3: Wordt er rekening gehouden met geluids- en lichtnormen? Zijn hierrond al bepaalde afspraken gemaakt? De naburige padel zorgt nu al voor de nodige lichtvervuiling en geluidsoverlast. bv. Wordt er verlichting op sensoren voorzien? Of doven de verlichting en  informatieborden vanaf een bepaald uur?

Vraag 4: Als we voorstellen mogen doen, zouden een natuurlijke speeltuin en picknicktafels een leuke aanvulling zijn.


Vraag 5: Het water zal afgevoerd worden naar de bestaande rioleringen. Worden er bijkomende watersystemen ontwikkeld? Gaat er hierdoor minder water in de grond vastgehouden kunnen  worden dan tot op heden het geval is?


Vraag 6: Er werd ook gezegd dat het gebied zal voldoen aan extreme buien die gemiddeld om de 10 jaar voorkomen. Als er zich een extreme bui voordoet die gemiddeld 1 keer om de 20 jaar of meer voorvalt, dan is dit gebied hier niet op aangepast. Klopt dit?


Vraag 7: Worden er aan de waterpartijen iets van afbakening/beveiliging voorzien om te vermijden dat kinderen hierin kunnen vallen?


Vraag 8: Is er een mogelijkheid om een groter bufferbekken aan te leggen, waar bijvoorbeeld landbouwers ook water kunnen optrekken wanneer dat nodig zou zijn?


Vraag 9: Is het de bedoeling dat de moeraszone ter hoogte van de op te waarderen veeput toegankelijk is? Zou deze zone beter niet of beperkt toegankelijk worden i.h.k.v. een verdichting van de bodem? 


Vraag 10: Wat is het kostenpercentage voor het oplossen van de waterproblematiek?


Vraag 11: Moeten de grachten ook regelmatig onderhouden worden gezien het waterbeheer via dit systeem loopt?


 

Antwoorden

Vraag 1: De circulariteit van het gebouw blijft beperkt tot het wettelijk minimum. Voor een miljoeneninvestering met publieke middelen mag de lat hoger liggen. Waarom wordt er niet gekozen voor een innovatief voorbeeldproject dat circulariteit en duurzaamheid vooropstelt? 

Er is wel degelijk rekening gehouden met deze aspecten. Deze vallen binnen de GRO-duurzaamheidsschaal. De GRO-eisen binnen dit project lagen zeer hoog (waarde 3,0) voor dergelijke projecten en er is door het bouwteam een waarde van 3,2 (uitstekend) bekomen. GRO is een instrument om de duurzaamheid van bouwprojecten te meten en te vergroten.De ambitie van GRO is om via een geïntegreerd ontwerpproces tot toekomstgerichte, comfortabele gebouwen te komen, waarin sterk ingezet wordt op circulair bouwen.

Enkele zaken waar binnen het project mee rekening gehouden is:
Voor de bovengrondse delen opteren we maximaal voor een regelmatige skeletstructuur met volgende voordelen:

BOVENBOUW

  • De structuur is duidelijk leesbaar zodat gebouwaanpassingen eenvoudiger worden.
  • Grote openingen zijn mogelijk.
  • Hoogwaardig hergebruik van materialen wordt vereenvoudigd.

Het gebouw is tot en met de verdiepingsvloer opgevat als een betonskeletstructuur. Vanop de verdiepingsvloer bouwen we verder op met balken en kolommen in gelamineerd hout. In de sporthal vertrekt de houtstructuur op de funderingsplaat. Deze houten structuren van de bovenbouw zijn duurzamer dan hun betonnen en stalen tegenhangers en bovendien eenvoudig demonteerbaar.
Deze skeletstructuur vullen we op met binnenwanden uit CO²-negatieve carbstone blokken, grotendeels in hun akoestisch absorberende variant. 

GEVELS

De metalen gevels worden opgebouwd uit sandwichpanelen van 10 cm dik die op horizontale houten dragers geplaatst worden. Deze bouwwijze heeft het voordeel van demonteerbaarheid en er wordt eenvoudig een zeer goede luchtdichtheid bereikt.

DAKEN

Voor de daken voorzien we gerperforeerde steeldeck met cannelurevulling. Deze kan grote overspanningen aan en draagt bij aan de geluidsabsorptie, nodig voor een goede ruimteakoestiek. 
Vervolgens een demonteerbare opbouw van het dampscherm, PIR-isolatiepanelen en waterdichting in gerecycleerde bitumen.


Vraag 2: Aangezien het gebouw in een groene zone aan de rand van de gemeente komt, zou een groendak of groene gevel logisch zijn om visueel en ecologisch aan te sluiten op de omgeving. Dat ontbreekt in de huidige plannen.

Door de vorm van het gebouw gaat dit altijd opvallen in het landschap. De keuze van een groene of bruine kleur zou dit gebouw misschien meer opnemen in het landschap, maar zou niet het gewenste effect geven. Daarom werd er gekozen voor een referentiekleur naar de vroegere schuren die het gebouw een bepaalde plaats geeft in het landschap.

De door het bouwteam gekozen materialen houden eveneens rekening met de gestelde eisen in het bestek. Echter heeft alles een bepaalde kostprijs en moet het opgegeven budget zo goed mogelijk besteed worden om aan zoveel mogelijk eisen te gaan voldoen. Om die redenen heeft het bouwteam het huidige materiaal weerhouden. Een aanpassing van de buitenschil en type materiaal is in deze fase van het dossier niet meer mogelijk en zou heel wat gevolgen hebben naar budget, het schrappen van bepaalde lokalen door het maken van andere keuzes en het volledige energetische plaatje.


Vraag 3: Wordt er rekening gehouden met geluids- en lichtnormen? Zijn hierrond al bepaalde afspraken gemaakt? De naburige padel zorgt nu al voor de nodige lichtvervuiling en geluidsoverlast. vb. Wordt er verlichting op sensoren voorzien? Of dooft vanaf een bepaald uur de verlichting/informatieborden?

Het buitenterrein wordt verlicht met efficiënte ledverlichting. De wandelpaden worden verlicht met mastarmaturen van ongeveer 5 m hoog, de  parkeerzone en toegangswegen met mastarmaturen van ongeveer 6 m hoog.

De overdekte fietsenstalling zal verlicht worden door robuuste armaturen. De verlichting is geschakeld met een schemerschakelaar en aanwezigheidsdetectoren. Er wordt een minimum lichtniveau aangehouden tijdens de openingsuren.
 
Het regime van de verlichting van de parking en overige paden is nog niet gekend. Dit zal later nog verder afgestemd worden met bouwteam en Fluvius.
Er zijn geluidsnormen opgegeven in het bestek en het bouwteam heeft hiermee rekening gehouden. Er is een akoestische studie gedaan van het gebouw.

De omgevingseis wordt opgelegd door de Vlaamse wetgeving (het gewestelijk bestemmingsplan (GBP) – Geopunt Vlaanderen). 

Gebaseerd op het gebied waarin het gebouw zich bevindt, worden de toegelaten geluidsniveaus opgelegd ter plaatse van alle bewoonde gebouwen omheen het gebouw en rekening gehouden met de aard van de gebieden waarin het gebouw zich zal bevinden. 
 
De sporthal zelf ligt in gebied voor dagrecreatie. 

Vraag 4: Als we voorstellen mogen doen, zou een natuurlijke speeltuin en picknicktafels een leuke aanvulling zijn.

Een natuurlijke speeltuin wensen we te realiseren via een multimovepad op de site tot in het speelbos. Picknicktafels zijn in de eerste fase nog niet voorzien, maar nemen we zeker mee in de toekomstige fases en realisatie van het landschapspark.


Vraag 5: Het water zal afgevoerd worden naar de bestaande rioleringen. Worden er bijkomende watersystemen ontwikkeld? Gaat er hierdoor minder water in de grond kunnen vastgehouden worden dan tot op heden het geval is?

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen hemelwater en afvalwater (toiletten: "zwart water"; douches, afvoeren keuken..:"grijs water").
 
Het afvalwater komt deels via de septische put, deels rechtstreeks in een pompput terecht van waaruit het via een drukleiding naar de hoger gelegen straatriolering aan de Droeshoutstraat wordt gestuurd. Deze pompput en drukleiding zijn nodig, omdat de vloer (en dus de gravitaire verzamelleidingen die uit het gebouw komen) lager zit dan de straatriolering.
 
Wat betreft het hemelwater zitten we met twee stromen:
  1. Het water dat op het dak terechtkomt, loopt naar de hemelwaterputten voor hergebruik. Deze putten hebben een overstort naar de nieuwe cascadegracht waar er gebufferd en geinfiltreerd kan worden. Het water dat momenteel op de weilanden t.h.v. het sportcomplex valt, daar in de grond trekt en bij verzadiging naar het lager gelegen gebied stroomt, zal in de nieuwe situatie in de cascadegracht gebufferd worden en daar infiltreren.
  2. Het water dat van de (halfverharde) parking en van het natuurlijke terrein afstroomt, vangen wij op in grachten die dwars op de helling liggen. Als deze grachten vol komen te staan, stort het water over naar het lager gelegen, bestaande moerasbosje ten noorden van de projectsite. Vandaag draineren de bestaande grachten (die de helling van het terrein volgen) de projectsite en voeren het water versneld naar de lage delen van de site. Door de langse grachten te dempen en dwarse grachten aan te leggen, wordt ervoor gezorgd dat het hemelwater langer vastgehouden wordt op de projectsite dan vandaag het geval is. In deze zin worden er dus watersystemen gewijzigd, maar het uitgangspunt van het waterconcept is om meer hemelwater langer op de projectsite te houden dan vandaag het geval is. Hierdoor zal het laaggelegen deel van Vetweyde, waar niet ingegrepen wordt, minder snel vollopen.

Vraag 6: Er werd ook gezegd dat het gebied zal voldoen aan extreme buien die gemiddeld om de 10 jaar voorkomen. Als er zich een extreme bui voordoet die gemiddeld 1 keer om de 20 jaar of meer voorvalt, dan is dit gebied hier niet op aangepast. Klopt dit? 

Op het terrein is momenteel reeds een bufferoppervlakte van 7.300 m²  als gevolg van het natuurlijke reliëf aanwezig in de laagstgelegen zone (ofwel de moeraszone). Hierin kan het afstromend water van een bui, die bij extreme regenval slechts eens om de 100 jaar voorkomt, opgevangen worden. In deze bufferzone zal niet gebouwd worden. Zo blijft de buffercapaciteit van het terrein steeds gegarandeerd.

Bijkomend wordt in het nieuwe landschapspark een cascadesysteem voorzien dat als extra bufferbekken voor afstromend water uit de omgeving dienst zal doen. Dit systeem heeft een totale oppervlakte van 1.300 m². 


Vraag 7: Worden er aan de waterpartijen iets van afbakening/beveiliging voorzien om te vermijden dat kinderen hierin kunnen vallen? 

Ter hoogte van de cascadegracht is het niet de bedoeling dat er een afbakening wordt geplaatst. Als voornaamste retentiesysteem wordt de cascadegracht parallel met de noord-zuid trage verbinding aangelegd. 
Op onderstaande principesnede wordt de werking van het systeem geïllustreerd:

  • Om het water in deze grachtstructuur - met een verval van 4 m en een diepte van 40 cm - te kunnen vertragen, worden in totaal 9 betonnen tussenschotten dwars op de afstroomrichting geplaatst. Op die manier wordt het systeem in 10 ‘bassins’ onderverdeeld, waarbij de hoger gelegen bufferzones steeds vollopen, alvorens er overloop over de schotten ontstaat.
  • Indien het onderste bassin verzadigd is na afstroom bij extreme regenval, kan het bekken overstromen in de lagergelegen moeraszone op de site.
  • Ter hoogte van de sporthal zal de cascadegracht verbreed worden i.f.v. het opgevangen hemelwater van het dak van het sport- en jeugdcentrum.

Op die manier fungeert de cascadegracht niet enkel als retentiebekken, maar ook als infiltratie- en buffersysteem. Indien dit op termijn nodig lijkt, kunnen ter hoogte van de verbreding de nodige maatregelen getroffen worden om de veiligheid te verhogen.


Vraag 8: Is er een mogelijkheid om een groter bufferbekken aan te leggen waar bijvoorbeeld landbouwers ook water kunnen optrekken wanneer dat nodig zou zijn?

  • In de eerste fase van het project zijn de projectgrenzen zoals aangegeven in de presentatie (slide 27 en 49).
  • In een volgende fase zullen/kunnen er echter op de overige delen van de site gerichte ingrepen doorgevoerd worden om het water- en natuursysteem te gaan versterken. Zo is er bijvoorbeeld in fase 2 een moeraszone voorzien, het opwaarden van de veeput (mogelijkheden vasthouden water?) en het aanleggen van een KLE-buffer en het aanplanten van extra bomen. Deze voorzieningen zullen het water allen langer op de site houden of opnemen.
  • Uiteraard kan er in gesprek gegaan worden met de land- en tuinbouwers indien bepaalde maatregelen winsten zouden opleveren voor alle partijen.

Vraag 9: Is het de bedoeling dat de moeraszone ter hoogte van de op te waarderen veeput toegankelijk is? Zou deze zone beter niet of beperkt toegankelijk worden i.k.v. verdichting van de bodem?

De projectgrenzen zijn afgebeeld op slide 49 van de presentatie. Buiten deze grenzen zullen er door het bouwteam in principe geen werken uitgevoerd worden.

Zoals meegegeven is het de bedoeling om zoveel mogelijk ruimte te laten voor het water en de natuur. De gehele noordelijke zone wordt om deze reden onaangeroerd gelaten. Toekomstig kunnen er nog enkele ingrepen uitgevoerd worden om het natuurlandschap verder te versterken.


Vraag 10: Wat is het kostenpercentage voor het oplossen van de waterproblematiek?

We hebben een optelling gemaakt van alle werken die we moeten uitvoeren t.g.v. het omleiden van het afstromend water via wadi's richting de bekkens in het noorden van het terrein. De kostprijs voor deze omgevingswerken is 63.108,51 euro (excl. BTW).


Vraag 11: Moeten de grachten ook regelmatig onderhouden worden gezien het waterbeheer via dit systeem loopt?

De begroeiing in de grachten kan net wenselijk zijn, want planten zorgen voor meer weerstand, vertragen het water en bevorderen infiltratie. Slibophoping is minder problematisch, zolang het de waterretentie verhoogt en geen verstopping veroorzaakt die leidt tot overstroming buiten het perceel.

Een natuurlijke, wat meer ‘ruige’ grachtstructuur kan dus functioneel zijn om water vast te houden en langzaam af te voeren. Wel blijft het belangrijk om te voorkomen dat de gracht volledig dichtslibt of verstopt raakt, want dan kan het water stagneren en ontstaan er mogelijk andere problemen (bijvoorbeeld verzadiging van de bodem of overstromingen op ongewenste plekken).

Kort samengevat: het onderhoud kan minder intensief zijn en gericht op het behouden van een natuurlijk, gevarieerd profiel dat water vasthoudt, in plaats van het maximaliseren van de doorstroming.

Contactinformatie