Bodemverontreiniging

Een leiding- of tankbreuk, een lekkende mazouttank, morsverlies, ladingverlies,... zijn slechts enkele voorbeelden waarbij er bodemverontreiniging optreedt doordat een bepaalde hoeveelheid product op of in de bodem terecht komt.

Is er bodemverontreiniging vastgesteld? Dan meldt de gebruiker of eigenaar van de grond waar het schadegeval zich voordoet dit onmiddellijk aan de gemeentelijke milieuambtenaar. Tevens meldt men ook welke maatregelen reeds genomen werden om de bodemverontreiniging in te dijken.

In alle omstandigheden is het cruciaal dat er snel wordt ingegrepen zodat er geen bijkomende stoffen meer vrijkomen (bv. door het dichten van het lek, het organiseren van opvang,…). Indien mogelijk wordt zoveel mogelijk verontreinigde bodem en puur product afgezonderd.

De burgemeester heeft de bevoegdheid en de plicht om bij bepaalde schadegevallen maatregelen op te leggen om de bodemverontreiniging te behandelen.

Tips!

  • Zorg dat de bron van verontreiniging zo snel mogelijk buiten gebruik wordt gesteld of geëlimineerd wordt (afkoppelen leidingen, leegzuigen stookoliehouder, ...)
  • Gebruik olieabsorberende korrels
  • Verwijder de drijflaag op grondwater of oppervlaktewater
  • Stel een erkend bodemsaneringsdeskundige voor de begeleiding bij de aanpak van het schadegeval
  • Graaf, indien mogelijk, de verontreinigde grond af naar een erkend verwerker of het gemeentelijk recyclagepark
  • Voorkom het verspreiden van de verontreiniging of het veroorzaken van nieuwe verontreiniging
  • Breng de verzekeringsmaatschappij op de hoogte over het schadegeval

 

 

 

Contactinformatie