Sinds 1846 werd iedere minderjarige en meerderjarige, op een bepaald adres gehuisvest, genoteerd in het bevolkingsregister. Deze registers geven een beeld van:
- de samenstelling van het gezin.
- de eventuele aanwezigheid van inwonend personeel.
- het beroep van de bewoners.
- de eventuele verhuizingen.
Bij elke tienjaarlijkse volkstelling werden de registers vernieuwd. Op de registers zijn per tienjaarlijkse periode indices aangemaakt.
Registers ouder dan 120 jaar (1846-1900):
Bevolkingsregisters die meer dan 120 jaar geleden werden afgesloten kan je vrij raadplegen voor genealogische, historische of andere wetenschappelijke doeleinden. Je kan deze raadplegen na afspraak in de leeszaal van het archief.
Registers jonger dan 120 jaar (vanaf 1899):
Deze registers zijn niet vrij raadpleegbaar.
Een uittreksel uit het bevolkingsregister kan je ook aanvragen met een genealogisch, historisch of ander wetenschappelijk doel mits toestemming van de betrokkene of verwante(n) volgens deze rangorde:
- Toestemming van de betrokkene (bij minderjarige: ouders of voogd).
- Bij overlijden van de betrokkene of als deze niet meer gezond van geest is: toestemming van de langstlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner.
- Bij overlijden van de langstlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner of als deze niet meer gezond van geest is: toestemming van een afstammeling in de eerste graad (minstens 1 kind of ouder).
- Bij geen kinderen: toestemming van het college van burgemeester en schepenen.
Een aanvraag kan bij de dienst Burgerzaken.